Om het noordelijke deel van Bonaire te zien is “rondje noord” ideaal om te rijden. Dit kun je zowel met de auto als met de scooter doen, net als bij “rondje zuid“. Alle wegen tijdens “rondje noord” zijn verhard, met uitzondering van de weg naar Playa Frans. Ik raad je aan om dit alleen met de auto te rijden.

De route

Om de route “rondje noord” te rijden kun je op elke willekeurige plek beginnen in Kralendijk. Vanaf hier rijd je langs de prachtige westkust naar het Gotomeer. Je passeert Santa Barbara Crowns met Andrea I en II, Webers Joy, het bekendere 1000 steps, Tolo en vervolgens Karpata. Een groot deel van deze route is eenrichtingsverkeer, houd dus deze volgorde aan. Je kunt er voor kiezen om naar Playa Frans te gaan en vervolgens via het Gotomeer naar Rincon. Daarna kun je doorrijden naar Boka Onima en Seru Largu om weer te eindigen in Kralendijk.

Tijdens deze route kom je bijna langs het Washington Slagbaai National Park. Ik raad je aan om deze vandaag over te slaan en hier een gehele dag voor uit te trekken.

Santa Barbara Crowns – Andrea I en II

Bijna iedereen rijdt voorbij aan de stranden Andrea I en II. Wij dachten we gaan toch een kijkje nemen en belandden in een waar paradijs. Dit is echt een hele toffe snorkelplek! Als je aan de linkerkant van de weg Santa Barbara Crowns inslaat, dan kun je kiezen tussen linksaf naar Andrea I of rechtsaf naar Andrea II.

Ga eerst even genieten bij Andrea I en ga vervolgens snorkelen bij Andrea II. Aangezien hier bijna alleen maar duikers komen heb je het rijk voor je alleen. Wanneer je bij Andrea II vanaf het parkeerplaatsje aan het water rechts gaat en een stuk doorloopt kom je een privéstrandje tegen waar 2 strandbedjes en een parasol staat. Hier hebben we tijdens het snorkelen meerdere schildpadden gezien. Wanneer je aan het einde van de dag gaat zie je echt enorm grote gekleurde vissen vlak onder het wateroppervlak.

Dit is het paradijs op aarde.

Jeff Davis en Webers Joy

Als je überhaupt weg kon komen van het prachtige Andrea kom je vervolgens aan bij Jeff Davis. Mooie spot om foto’s te maken, om te duiken of snorkelen.

Vervolgens kom je bij Webers Joy. Omdat ik tijdens onze reis naar Bonaire zwanger was en je hier een kleine klim moet maken om in het water te komen, hebben wij dit niet gedaan. Toch is het erg mooi om even te stoppen. Uiteraard kun je hier ook weer duiken en snorkelen.

1000 Steps

Je zult nu al een stuk van de schitterende weg langs de kust hebben gereden, dit is de Queen’s Highway. Rotsen aan je rechterhand, de azuurblauwe zee aan je linkerhand. Toen ik hier reed snapte ik direct waarom Bonaire zo geliefd is. Pas tijdens het rijden op voor overstekende duikers 😉

Eenmaal bij 1000 steps aangekomen zul je je misschien verbazen over het aantal ‘steps’. Dit zijn er zeker geen 1000, slechts 73. Het wordt 1000 steps genoemd omdat ook dit een geliefde duikplek is en met je zware duikuitrusting kunnen die 73 treden gemakkelijk aanvoelen als 1000. Neem zeker de kalkstenen trap naar beneden en ga hier duiken of snorkelen! De kans dat je schildpadden ziet is erg groot.

Tolo en Karpata

Tolo staat bekend om zijn indrukwekkende rotswanden.

Karpata was ooit een prachtig landhuis. Helaas is het inmiddels verlaten en vervallen. Toch is het leuk om eventjes rond te kijken. Verder is Karpata vooral geschikt om te duiken maar iets minder geschikt om te snorkelen.

Direct na Karpata kun je er voor kiezen om links- of om rechtsaf te slaan. Kies voor de weg links. Wanneer je rechts gaat, ga je direct naar Rincon en mis je het mooie Gotomeer.

Playa Frans en Saliña Frans

Omdat Playa Frans het meest afgelegen strandje is van Bonaire is het minder bekend, maar ook weer zó prachtig. Je komt hier door bij de bocht naar rechts er voor te kiezen om rechtdoor te rijden, richting de olieraffinaderij BOPEC. Dit voelt onlogisch maar op een gegeven moment heb je aan je rechterhand een weggetje. Je kunt niet verkeerd rijden want deze 7 kilometer lange hobbelig zandweg, is de enige weg van en naar Playa Frans.

Playa Frans is een idyllisch strandje met enkele vissershuisjes en rondscharrelende kippen. Als je hier doordeweeks bent kun je geluk hebben en de enige zijn die dit onontdekte stukje van Bonaire bezoekt. In de weekenden zul je hier meer vissers tegenkomen.

Playa Frans (links) ligt direct naast Saliña Frans (rechts). Saliñas zijn ondiepe binnenbaaien. De zoutpannen zijn ook een voorbeeld van een Saliña. In Saliña Frans heb je grote kans om flamingo’s en andere vogels te spotten.

Het Gotomeer

Vanaf Playa Frans kom je weer terug bij de bocht waar je eerst rechtdoor ging, nu sla je dus linksaf. Sla je Playa Frans over dan kun je direct rechtsaf slaan, hier kom je op de weg Kaminda Goto. Kijk tijdens deze route goed om je heen, wij zagen verschillende (roof)vogels.

Het Gotomeer is het grootste zoutwatermeer van Bonaire. Het is een van de belangrijkste voedselplekken voor onder andere flamingo’s en pelikanen. Flamingo’s zul je ook zeker zien!

Na een prachtig maar bochtig weggetje kom je bij een parkeerplaats. Stop hier even om van het verbluffende uitzicht te genieten. Je kunt nog een stukje naar boven lopen. Vergeet niet om hier foto’s te maken. Als je een goede zoomcamera hebt kun je hier alvast een paar flamingo’s op de foto zetten, maar de kans is heel groot dat je ze later op de route nog van dichterbij zult zien.

Na het verlaten van de parkeerplaats sla je rechtsaf en rijd je naar beneden, naar het Gotomeer. Je rijdt direct langs het water. Zet je auto (of scooter) even stil en geniet van de rust. Nou je toch stil staat, neem ook even wat mooie foto’s. Probeer uiteraard de dieren niet te storen.

Rincon

Na het Gotomeer rijd je automatisch Rincon binnen. Dit is het oudste dorp van Bonaire en voormalige hoofdstad. Wanneer je rondje zuid ook hebt gedaan dan heb je slavenhutjes gezien. De slaven die in deze hutjes sliepen woonden over het algemeen in Rincon.

Heb je al trek gekregen van al het moois wat je hebt gezien? Ga dan lunchen bij Posada Para Mira. Dit is de uitgelezen plek om de lokale keuken te proeven. Probeer bijvoorbeeld eens een leguanensoep. Waar doet jou dit aan denken? (Toevallig aan kippensoep met extra veel botjes? :)) Naast lokale gerechten hebben ze ook andere gerechten. Je kunt hier alleen terecht voor lunch, ze zijn niet geopend tijdens het diner.

Je kunt er voor kiezen om vanaf Rincon door te rijden naar Kralendijk. Je kunt je route ook vervolgen naar Boka Onima en Seru Largu.

Boka Onima

Vanuit Rincon rijd via de hoofdweg (Kaya Rincon) naar de kust, richting Boka Onima. Na 5 minuten (3,5 kilometer) sla je links de onverharde weg in. Na ongeveer 10 minuten sta je bij een zee-inham waar de golven, onder aanvoering van de passaatwind, er rustig op lost beuken. Dit is wel wat anders dan de rustige kust die je vanmorgen hebt gezien. Deze inham is uitgesleten door de zee, je kunt je voorstellen dat dit vele jaren heeft gekost en nog altijd doorgaat.

Wanneer je doorrijdt kun je rotstekeningen van de Arawakindianen bekijken. Op het “plafond” zijn roodbruine symbolen aangebracht. Om dit te beschermen hebben ze er een tralies voor gemaakt. Of deze half vergane bescherming ook daadwerkelijk helpt vraag ik mij echt af…

Seru Largu

Vanaf Boka Onima rijd je terug naar het punt waar je zostraks de onverharde weg in bent geslagen. Je gaat nu links, de hoofdweg (Kaminda Onima) vervolgen. Na 8 kilometer sla je rechtsaf richting Seru Largu. Via een steile en kronkelige weg kom je na ongeveer 5 minuten (2,1 kilometer) aan bij één van de betere en hoogste uitkijkpunten van het eiland. Omdat je hier op 123 meter hoogte staat kun je Kralendijk goed zien liggen.

Helaas zit het rondje noord er alweer op. Vanaf Seru Largu kun je terug naar Kralendijk. Afhankelijk van waar in Kralendijk je precies heen wilt kun je terug gaan naar de hoofdweg of je kunt er voor kiezen om door Santa Barbara en Nawati te rijden.