Rondreis Azië #11 – Bali & Komodo

Eilandje hoppen

Ik had besloten om zoveel mogelijk niks te doen zodra ik op Bali zou zijn, onrustig als ik ben is hier niet veel van terechtgekomen. Enkele weken geleden besloten Jonathan en zijn medestudenten om een lang weekend naar een klein eiland naast Bali genaamd Lembogan te gaan, ik was uiteraard niet de beroerdste en ben meegegaan. Een van de studenten had vooraf al een hotel geboekt voor 21 personen en daar aangekomen waande ik me even in het paradijs. Een heel hotel voor louter Nederlandse studenten, een eigen zwembad, een koelkast gevuld met koud bier en het strand op loopafstand. Muziek uit de speakers, brandende zon en een hoog ouwehoer-gehalte, wat een heerlijkheid! Op gehuurde scooters zijn we met z’n allen het eiland rond gecrossed en hebben tot diep in de nacht bij een groot vuur op het strand gezeten.

Dat is best Bali

Terug op Bali heb ik m’n eigen hotelkamer op een halfuurtje rijden van het hotel waar de studenten verblijven. Toen ik in m’n badkamer wilde douchen hoorde ik geritsel in de muur en kwam er al snel achter dat er een groepje ratten een feestje aan het bouwen was in de muur van m’n kamer. Als ze mijn kamer maar niet binnenkomen vind ik het best. Na het doodtrappen van een kakkerlak en het doorsnijden van een navelstreng van een pasgeboren kitten werd het wel tijd om een iets beter hotel te zoeken. Maar hee, ik ben op een uur vliegen van Komodo, het eiland met de varaan die louter op dit eiland in het wild leeft, daar moet ik heen!

Pal voor het hotel waar de Stenden-studenten verblijven is een klein winkeltje/hutje – naast de snelweg – waar men in de avond gezellig biertjes drinkt, sigaretjes rookt en meezingt met karaokeliedjes. Elke Stendenstudent kent de eigenaar van deze ’toko’, een zeer vriendelijke bebaarde man die graag Big Papa genoemd wil worden. Tot onze grote schrik is Big Papa afgelopen week komen te overlijden. Hoe en wat is nog onduidelijk maar het schijnt dat de man geëlektrocuteerd is. Hoewel het contact tussen mij en Big Papa uiteraard wat oppervlakkig is ben ik hier toch erg van geschrokken en wens zijn nabestaanden dan ook alle sterkte en liefde toe.

Dive dive baby

Vanaf Denpasar (Bali) heb ik voor amper 65 euro een retourvlucht naar een luchthaven dichtbij Komodo geboekt. Op het vliegveld ontmoette ik de Oostenrijks Gloria waarmee ik vanaf de eerste minuut een super goede klik had en daarom ook de hele week met haar gereisd heb. Aangekomen bij het door twee Italiaanse jongens gerunde hostel op een berghelling met werkelijk een schitterend uitzicht over een baai met in de verte Komodo en enkele actieve vulkanen, wat een ongelooflijk mooie plek. Na een dag rust een dagje duiken geboekt, een gat in m’n budget maar Komodo verlaten zonder gedoken te hebben kan natuurlijk niet. Om een onnatuurlijk tijdstip opgestaan en richting schip gelopen. Omdat ik nooit eerder gedoken heb was ik verplicht een privé-duikinstructeur te huren en deze ietwat curieuze Spanjaard heeft me verteld waarmee rekening te houden tijdens het duiken. Toen ik na veel geduw en getrek eindelijk m’n wetsuit aanhad kwam de man met de mededeling dat ik het andere pak aan moest omdat deze wél in mijn maat was… In het water ging met klaren van mijn oren zoals het zou moeten zijn en zaten we al snel op 12.5 tot 15 meter diepte. Ik zag gelijk schitterende vissen en wuivend koraal. Na het vinden van Nemo, het aanschouwen van een haai en het langszwemmen van meerdere schildpadden van meer dan een meter in doorsnee zag ik een zwarte schim opdoemen vanuit de verte. De schim werd helderder en kwam elegant op ons afzwemmen, een reuzenmanta. Al snel bleek het een hele familie te betreffen en de gevaartes met een spanwijdte van ruim zes meter ( twee garagedeuren naast elkaar ) zwommen met z’n vijftienen om ons heen. De dieren waren totaal niet mensenschuw en kwamen nieuwsgierig kijken naar die rare figuren met brillen en duikflessen en zwommen dan ook op enkele meters afstand. Dit was een ervaring om nooit te vergeten.

SMS KomodovarAAN naar 6464

Na weer een dag bijkomen was het tijd om de Komodovaraan te bezoeken. Wederom om de walgelijke tijd van 04:50 ging de wekker en bij zonsopgang en ruim twee uren varen bezochten we eerst een onbewoond eiland. De andere toeristen wilden de berg op het eiland beklimmen maar ik bezocht liever het strand en heb vriendelijk bedankt. Het strand was mooi maar erg vervuild met aangespoelde bomen, koraal en vooral zwerfafval, een treurig beeld. Na het bezoeken van ‘Pink Beach’ – dat op Discovery Channel toch nét even wat meer roze leek – was het tijd voor het doel van mijn trip; het zien van de Komodovaraan. Na het betalen van de bespottelijk hoge entreeprijs van ruim zeventien euro liepen we met een gids door de bossen op zoek naar het prehistorische dier. De dieren lagen als afgedankte fotomodellen met z’n vijven bij elkaar en waren op z’n zachts gezegd griezelig om te zien. Je kan ze vergelijken met alligators maar de varanen komen in het wild alleen voor in dit gebied van de wereld. Ik ben niet erg bang aangelegd als het gaat om roofdieren maar toen ik hoorde dat de prooi van het dier de waterbuffel is bewaarde ik toch enige afstand. Als je ooit in je leven een Jurassic Park-gevoel wilt ervaren, ga naar Komodo! Vermoeid van de zon en gebrek aan energie ( het duiken is me niet in de koude kleren gaan zitten) op de weg terug in slaap gevallen op de boot, ondanks het gebulder van de motor.

Down Under

Over twee uurtjes vertrek ik naar het vliegveld om een vlucht terug te nemen naar Bali. Over twee dagen zullen mijn ouders mij komen bezoeken op Bali, ontzettend zin om hen weer te zien! Probleem is wel dat ik bij aankomst in Indonesië gekozen heb voor een VISA On Arrival. Dit houdt in dat ik maximaal 30 dagen in het land kan verblijven en mijn visum niet kan verlengen. Kortom; ik moet het land uit. Zoals elke westerling die op Bali woont weet is het boeken van een retourvlucht naar en ander land de enige goede optie om nogmaals 30 dagen hier te kunnen verblijven. Je snapt dat vliegtuigmaatschappijen hier goed van profiteren en het schijnt dan ook dat deze maatschappijen een vinger in de pap hebben als het gaat om de wetgeving rondom deze bureaucratische regel. Ik dus op zoek naar betaalbare vluchten. Maleisië, al geweest, Singapore, te duur, Hong Kong, te ver. Tot mijn grote verbazing waren de vluchten rond deze datum naar Australië tamelijk betaalbaar en na een klein onderzoekje op Google bleek dat het niet nodig is om een visum te kopen maar een aanvraag via internet bij de Australische immigratiedienst volstaat. Mijn keuze was dus snel gemaakt, ik ga een week naar Australië, Darwin om precies te zijn. Het komt zeer onhandig uit dat precies nu mijn ouders naar Bali komen mijn visum verloopt en ik dus het land uit moet maar het geeft me wel de kans kennis te maken met een deel van het immense Australië. Zin in!

Tarima Kasih!

Inmiddels heb ik enkele dagen geleden de magische grens van honderd dagen reizen gepasseerd. Gisteren las ik even mijn eerste blog van Thailand terug en dit voelt al als een eeuwigheid geleden. Wat heb ik intussen al ongelooflijk veel gezien en gedaan en wat een feest is het om vrij te zijn en alleen te reizen. Als ik naar links wil, dan ga ik naar links. Als ik naar een ander land wil, ga ik naar een ander land. Als ik een dag in m’n hotelbed wil liggen dan doe ik dat lekker. Het niet rekening hoeven houden met anderen en met niemand te hoeven overleggen als het gaat om grote beslissingen is hemels. Alle verhalen die ik heb gehoord over Indonesië en de bevolking kan ik alleen maar beamen. Wat een schitterend land en wat een vriendelijke mensen. Als ik met mijn scooter door dorpjes in het platteland rijd word ik om de haverklap begroet door een vriendelijke glimlach of een zwaai. Wat zijn de mensen hier lief! Als ik de mensen hier vergelijk met bijvoorbeeld de mensen in Vietnam is dit een wereld van verschil. Ik begin me hier zelfs thuis te voelen. Ik spreek al enkele woordjes Indonesisch en ben er achtergekomen dat er nog enkele Nederlandse woorden uit de koloniale tijd gebruikt worden. Asbak is asbak, koelkast is koelkast en handdoek is handdoek. Ik denk het ontheemde gevoel – dat Nederlands-Indische mensen ervoeren na het onafhankelijk worden van Indonesië – te kunnen begrijpen, hoewel ik hier nu nog maar een maandje verblijf.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven